Backpacken in Zuid-Amerika door Venezuela, Colombia, Ecuador en Peru is een verhaal met anekdotes en gebeurtenissen van mijn reis in 1982. Jaren later, in 2017, schreef ik dit verhaal toen ik stripverhalen en tekeningen uit die tijd vond in een grote archiefdoos. Ze blijven een bron van warme herinneringen uit een ver verleden.
In dit reisverslag gebruik ik het begrip ‘inheemse bevolking’, dat zijn de mensen die tot een land behoren door geboorte maar die ook de ‘oorspronkelijke bewoners’ zijn (in het Spaans ‘indígenas’). Voor meer informatie raadpleeg de tekst aan het eind van dit reisverslag.
Varkentjes in de douche
De reis startte in Caracas Venezuela, een grote stad met scherpe contrasten tussen arm en rijk. Hoge flatgebouwen in het centrum en eindeloze krottenwijken rondom de stad. Zo zie ik in mijn geheugen nog beelden van straten met huizen met mooie gevels. Daar woonden vooral Libanese immigranten (handelaren en zakenmensen). Overal in de kuststeden van Zuid-Amerika tref je migranten aan. In de jaren voor mijn bezoek aan Venezuela heb ik onderzoek gedaan naar de economische en politieke ontwikkeling van dit land. De titel van het onderzoek was ‘Democratie bij de gratie van olie’.
Tijdens mijn onderzoek heb ik gelezen dat er in de jaren zestig wat aan huisvesting werd gedaan voor de mensen die naar de stad waren getrokken. Tot verbijstering van de politieke machthebbers namen de bewoners hun varkentjes mee en stopten die in de douche of op het balkon. Een paar weken later in Zuid Colombia begreep ik dat die ondeugende (huis)dieren echte spaarpotten zijn. Als iemand ziek is dan moet het spaarvarkentje op de markt worden verkocht om medicijnen te kunnen kopen.
Backpacken in Zuid-Amerika, in Colombia veel vrolijke en ondeugende mensen
Ondanks de miserabele situatie waarin veel Colombianen leefden vond ik ze toch de meest vrolijke en ondeugende mensen van Zuid-Amerika. In elk dorp was er bij iemand thuis wel een cafeetje met een dansvloer. Zoals in Samaniego waar ik een keer of drie ben geweest. Dit dorp ligt ingeklemd tussen de steile hellingen van de Andes in Zuid Colombia.
Op bezoek geweest bij mensen die kleine stukjes grond hadden met een mix aan koffieplanten, bananen-, sinaasappel- en papayabomen. Alles groeide en bloeide door elkaar heen. In de straten lagen koffiebonen te drogen in de zon. Op de markt oude vrouwtjes met wat groenten en blokken rietsuiker. Nog een wedstrijdje gevoetbald en met veel jonge bewoners gesproken over hun dromen van de toekomst. Cocabaronnen reden in nieuwe Landrovers door het dorp, ‘niet kijken!’ was het devies van de bewoners. Ik vond iedereen heel positief over de toekomst, terwijl de armoede zo zichtbaar was!
Met jouw ticket had ik dit allemaal kunnen kopen
Ik sprak een man over zijn leven in dit Andes gebied en het moeizame werken op de kleine percelen op de steile hellingen. Ik weet niet meer hoe we over mijn reis begonnen te praten maar op een bepaald moment rekende ik hem voor wat mijn vliegreis had gekost om in Zuid-Amerika te reizen. Toen hij het bedrag hoorde, wees hij met zijn hand op de percelen en bewoog zijn arm heen en weer.
Hij zei, ‘met dat bedrag kan ik dat allemaal kopen’. Daardoor voelde ik me tamelijk ongemakkelijk en schaamde me zelfs een beetje voor de ongelijke verhouding tussen deze man en mij.
Backpacken in Zuid-Amerika is cuy (cavia) eten
Ergens onderweg was ik bij inheemse mensen van het Pastos-volk in hun huis van stro en klei. Binnen was het helemaal donker met slechts een klein gat in het dak voor de afvoer van rook van het koken. Tegen mijn benen voelde ik steeds rare zachte dingen bewegen. Toen ik weer buiten stond, hoorde ik dat het cavia’s waren. Cavia’s zijn waarschijnlijk al zo’n 3000 jaar geleden door de Inca’s gedomesticeerd. Deze Zuid-Amerikaanse knaagdiertjes zijn voor veel mensen de enige bron van eiwitten. Maar de keren dat ik ze at waren ze meestal knalhard en droog. Slechts met grote moeite kon ik wat cavia-vlees naar binnen werken.
Bruiloft op een vulkaan
Een keer was ik uitgenodigd op een bruiloft van Pastos-mensen op de helling van de Galeras vulkaan (4267 hoog). De vulkaan ligt dicht bij Pasto, een stad in het zuidwesten van Colombia. Het was al laat in de avond en ik had al eerder gegeten op een ander feest. Voordat ik aan het feest mocht meedoen, moest ik eerst kennismaken met de familiehoofden. Alleen vrouwen, de mannen waren al vol overgave aan het dansen. Nadat ik wat over mijzelf had verteld, kreeg ik heel gastvrij en vriendelijk een bord met eten aangereikt. Dat hoort bij de verwelkoming van een onverwachte gast. Maar tot mijn ontzetting was dat cavia met gekookte aardappelen.
alle vrouwen keken mij vol verwachting aan… ik zette mijn tanden in de cavia voor een piepklein hapje…oei…keihard, droog en taai
Mijn poging om een heel klein stukje cavia te eten, strandde onder de verwachtingsvolle blikken van de vrouwen. Dan maar een stukje aardappel. Gelukkig ging dat wel. Omdat ik helemaal vol zat van de vorige feestmaaltijd moest ik een smoes bedenken om de naar mij starende vrouwen niet teleur te stellen.
Ik stond op en zei: ‘ik ga eerst dansen (in de andere ruimte) en kom later terug om jullie heerlijke cuy te eten’. Ik zette het bord op een plank en vertrok zo snel mogelijk naar de dansvloer. Niet veel later kwamen de vrouwen uit de keuken naar de feestzaal en wilden een voor een met mij dansen. Eerst met de oudste en daarna een steeds jongere. De cuy op de plank heb ik nooit meer gezien.
Koffie op z’n Colombiaans
We reden op de motor door het Andesgebergte. Op bezoek bij een vrouw die op een hele steile helling woonde en werkte. Ze vertelde hoe ze daar overleefde. Of we koffie wilden. Ja, lekker. Ze pakte een koekenpan en roosterde daarin een handje koffiebonen. Na een tijdje bakken maalde ze de bonen in een molentje, schudde de koffie in een beker met heet water. Dat was koffie op z’n Colombiaans. Zij had van Nederlandse ontwikkelingswerkers een klein zwart varkentje gekregen omdat ze weduwe was geworden. Zo’n spaarvarkentje waar ik eerder over schreef. Die varkentjes waren net hondjes, ze hadden namen en als de ‘baas’ ze riep, kwamen ze aangerend.
‘Eindelijk een lekkere cavia’
Bij iemand anders aten we gegrilde cavia. De lekkerste die ik in al die maanden gegeten heb, want mals. Na de cavia vroeg de vrouw van de lekkere cavia of we nog een ’toetje’ wilden. Ze deed een ananas in de mixer. Tot mijn verbazing schepte zij daarna met een blikje, water van de vloer en deed dat bij de ananas. Tja, als je een tijdje reist is alles anders dan je gewend was. Het smaakte gewoon prima.
Zitten op de rug van een varken
In de bus schetterde dag en nacht de salsa muziek. Tussen de grotere steden reden nog wel echte bussen. Maar naar de afgelegen dorpen waren het vrachtauto’s met houten banken en een dak er boven. In de laadbak of op het dak de varkens, kippen, cavia’s, zakken met graan en mais. In een van mijn busreizen was er geen plaats meer op zo’n bankje. Dan maar in de laadruimte. Na tijd een staan, zitten, hangen ben ik tenslotte maar op de rug van een (groot) varken gaan zitten. Heel wat comfortabeler dan op een houten bank.
Taxichauffeurs met boevenkoppen
De grensovergang tussen Ecuador en Colombia bestond uit een smalle brug over een rivier. Alleen een doorgang voor karren en voetgangers. Aan de kant van Colombia stonden taxi’s te wachten op lading. Het leek net alsof je een filmset binnen wandelde. De auto’s waren stokoud en de taxichauffeurs mannen met boevenkoppen en grote littekens op het gezicht. Afdingen op de prijs was geen optie. Want deze mannen dulden geen tegenspraak. Nors achter het stuur maar gelukkig wel swingende cumbia muziek tijdens de rit. Cumbia is een Colombiaanse muziek- en dansstijl die bestaat uit een mengeling van Spaanse muziek en Afrikaanse muziek die door slaafgemaakte Afrikanen werd meegebracht (uit Wikipedia).
Met de pet rond voor een bulldozer
In de nacht met de bus naar San Augustin. Daar staan beelden en sculpturen die goden en mythische dieren voorstellen. Natuurlijk met keiharde salsamuziek. Dan stopt de bus en gaat niet verder. Wat is er aan de hand? Een deslizamiento de tierrra. Door de regen is een deel van de berg op de weg geschoven.
Na een tijd wachten komt de buschauffeur met een pet de bus in een vraagt ons om geld te doneren voor een bulldozer uit een dorp in de buurt. Al snel komt de bulldozer en schuift zand en stenen het ravijn in. Deze mensen hier weten van aanpakken. Na een uur rijden we weer verder … met salsa muziek.
‘Het Archeologisch park San Agustín ligt op 2 kilometer van het dorp. Het archeologisch gebied strekt zich uit over 2.000 vierkante kilometer en ligt op een hoogte van 1.800 meter. In dit wilde en spectaculaire landschap is de grootste groep religieuze monumenten en megalithische beeldhouwwerken in Zuid-Amerika te vinden. De sculpturen stellen goden en mythische dieren voor. Ze zijn vakkundig afgebeeld in stijlen die variëren van abstract tot realistisch. De kunstwerken tonen de creativiteit en verbeelding van de noordelijke Andes cultuur. Die bloeide van de eerste tot de achtste eeuw na Christus (bron Unesco)’.
Op de terugweg door Popayán gekomen, hoofdstad van het departement Cauca. Het is bekend als ‘witte stad’ en zijn mooie koloniale architectuur. Twee jaar na mijn bezoek werd de stad getroffen door een zware aardbeving waarbij honderden mensen omkwamen.
Backpacken in Zuid-Amerika, wie doet dat met een tentje…?
In mijn rugzak zat een tentje voor het geval dat ik geen onderdak kon vinden. Achteraf denk ik wie gaat er nou met een tentje naar Colombia. Maar backpacken is ook vooruitzien, als je geen onderdak kunt vinden in een dorp. De naam weet ik niet meer maar het ligt in het gebied van de Tierradentro. De Spanjaarden gaven het gebied de naam “Tierra Adentro” (Het land van binnen). De hoge pieken gaven de indringers het gevoel dat ze werden ingesloten door de bergen.
Schietende rebellen in de nacht
Toen ik ’s nachts in mijn tentje lag werd er flink geschoten. Daarom maar wat ‘platter’ in mijn tentje gaan liggen. Onzin natuurlijk. De volgende ochtend vertelde een bewoner van het dorp dat rebellen in de nacht vanuit hun schuilplaatsen in de bergen naar beneden waren gekomen. Ik was niet naar het dorp gegaan voor een ontmoeting met rebellen, maar voor de graven die zijn uitgehouwen in het vulkanisch gesteente. Via een trap kan je naar beneden naar de ingang van een grafkamer. De muren, pilaren en plafonds van de grafkamers zijn versierd met tekeningen van rode en zwarte kleurstoffen op een witte kleilaag.
Hangend op de rug van mijn paard
Na het bezoek aan de graven een paard gehuurd. Ik had al eens op een dikke knol op Schiermonnikoog gezeten, maar die had deze tocht nooit kunnen maken. Hier was mijn ranke, sterke paard prima in staat de steile hellingen te beklimmen op weg naar een nederzetting hoog in het gebergte. Daar was een school waar kinderen gedisciplineerd in een rij stonden en het vlees buiten aan de haak hing. Wel eens een steile helling afgedaald op een paard? Het is me achterover hangend op de rug van het paard gelukt.
Quito in Ecuador, een stad met radijzen zo groot als tennisballen
Quito is de hoofdstad van Ecuador. Ingeklemd tussen bergketens ligt de stad vlak bij de evenaar. Het is omgeven door veertien deels actieve vulkanen. De prachtige stad ligt op zo’n 3000 meter boven zeeniveau. Quito is met zijn 70 km lengte en slechts 4 km breedte uitzonderlijk lang gerekt. Omdat de stad ligt tussen twee langgerekte bergketens was de aankomst per vliegtuig spectaculair (er is nu een nieuw vliegveld).
Na de verovering door de Inca’s was Quito een belangrijke stad in het Incarijk. Tijdens de verovering door de Spanjaarden in 1534 werd de stad tot de grond toe afgebrand en daarna in koloniale stijl opgebouwd. Quito is een levendige stad met veel straatverkopers. Wat me opviel was dat rode en witte kool en radijzen veel groter zijn dan in Nederland. En radijzen zo groot als tennisballen.
Een gammel hippiehotel
Quito is een verzamelpunt van backpackers die Zuid-Amerika doorkruisen. Het is namelijk een prachtige stad. Hostels waren spotgoedkoop en het hostel waar ik verbleef had deuren die niet op slot konden, een plat dak om te lunchen en een restaurantje met gezond voedsel. Al snel vormde zich een leuke groep Australiërs en andere reizigers op wereldreis met onbeperkte tijd om te reizen. Ik ben een paar weken in Quito gebleven en werd bovendien een beetje ‘enamorado en Quito’? Verliefd op een Australische backpackster? Kan me nog vaag iets van herinneren, maar de tekening spreekt boekdelen.
Verliefd…?
Ik ging weg uit het onrustige hippiehotel omdat ik ziek was geworden. Zij (Dil?) verzorgde mij met thee en bloemetjes. Zo lief, het drong niet tot mij door want ik was te ziek. Na twee dagen ben ik naar Baños gegaan toen het weer beter ging. De reisvogel was weer eens gevlogen. Hoopte met gezond voedsel weer beter te worden.
Quito ligt in het centrum van Ecuador. Hier vandaan vertrekken bussen naar Baños, de Amazone, de beroemde markt van Otovalo, tropische stranden zoals Atacames maar ook een beroemde trein die in de laatste etappe zigzaggend de berghelling beklimt. Toen ik na een van mijn rondreizen weer in Quito was ben ik gebeurtenissen vaker gaan tekenen. Een paar weken later ging mijn kleinbeeldcamera kapot dus kwam dat tekenen goed uit.
Toen de buschauffeurs een aantal dagen staakten, greep het leger in. Gelukkig niet met een staatsgreep maar door het inzetten van legertrucks om mensen mee te vervoeren.
Met een ‘dronken’ buschauffeur en biddende mensen langs een kolkende rivier
Van Quito naar Baños gereisd, een bekend stadje met warmwaterbaden en vegetarische hippierestaurantjes. Geen cuy en kip maar granen, fruit en groente! Na een paar dagen gezond eten en baden in groene zwavelbaden was het al snel gedaan met de rust. Niet in Baños maar in de bus naar de Amazone in het oosten van Equador. Een bustocht met een ‘dronken’ buschauffeur razend over een modderweg naar Misahuallí langs een kolkende rivier. Biddende mensen om me heen in de bus. Toen we heelhuids in het pionierdorp Misahuallí aan de rand van de Amazone waren aangekomen heb ik hem uitgescholden met alle ongezonde Spaanse woorden die ik kende.
Zwemmen in de Amazone: allemaal beestjes
Misahuallí was, toen ik daar was, een uitvalsbasis voor pioniers met huizen en een paar winkels aan de rand de Amazone. Ik kwam daar voor een tocht in de Amazone. Ik vond een gids in een junglehuis met apen die spelend heen en weer aan het slingeren waren. Eerst gingen we een aantal uren varen met smalle boten over de Río Napo en daarna verder in de jungle te voet. Voor het middageten kapte de gids met zijn machete een boom. Hij haalde uit de top palmhart voor onze lunch. Vers uit de jungle en heel wat lekkerder dan palmhart uit een blik. Water dronken we uit de kleine kanaaltjes die in de waterlianen zitten.
Na een lange toch opnieuw de rivier op in uitgeholde boomstammen met buitenboordmotoren. In de nacht geslapen in een open huis op palen. Zwemmen kun je maar beter niet doen, beestjes kunnen eitjes leggen in je voetzolen. Dat jeukt vreselijk, vooral s’nachts, ik heb ervaring, ik werd er gek van. Toen ik weer in ‘moderne’ wereld terug was, aan de andere kant van Ecuador, in Guayaquil, ben ik naar de dokter gegaan. Zijn (dodelijke) medicijnen verlosten mij (bedenkelijk) snel van die jeukbeestjes in mijn voetzolen. Althans ik denk dat ze weg zijn… Sommige mensen denken van niet ….
Backpacken in Zuid-Amerika is meestal bezoek van ‘el parácito’
Met de zigzag-trein reisde ik van Quito naar Sibambe, over de berg Nariz del Diablo (de Duivelsneus). Aangekomen op het hoogste punt was er alleen een eindstation. Ik was weer heel erg ziek geworden en heb daar halfdood op een bankje gelegen. Toen mijn lichaam ‘leeg’ was kon ik met een wilde busrit naar Cuenca. In de overvolle bus felle discussies: ‘un caballero no dispute, un caballero pelea’. Busritten zijn nogal eens gevaarlijk in Zuid Amerika, kolkende rivieren, handen aan je om je te bestelen en verhitte discussies. Maar ook nachtelijke busritten met dampende Salsamuziek en boven alles vond ik het er prachtig en de mensen bijna zonder uitzondering geweldig!
Ik was lange tijd niet ziek geworden van eten in restaurants en ook niet van eten op straat. Maar uiteindelijk ging het toch mis. Ik werd ziek van het reizen, maar knapte na een paar dagen rust steeds weer op, maar uiteindelijk legde ik toch het loodje. Daarom ging ik naar het ziekenhuis in Cuenca.
Staking in het ziekenhuis!
Stakend zorgpersoneel, wat moest ik doe? Gelukkig kreeg ik van een staker een briefje met de naam en het adres van een arts die me meteen na het aanbellen hielp. Worden gringo’s snel geholpen? Bovendien had hij ook nog in Leiden gestudeerd. Hij gaf me parasiet dodende medicijnen van de Belgische firma Janssen (sic) Pharmaceutica.
Vamos a eliminar…, no …. matar El Parácito
Het paardenmiddel om El Parácito te doden heeft me zo’n vijf dagen hotelbed gekost met alleen maar koekjes en thee. Alles bij elkaar, ziek in Quito, een beetje in Baños en in Quenca heeft me minstens 10 dagen gekost. Maar dat hoort bij reizen.
Wat er allemaal gebeurde in en rond Cuenca heb ik beschreven in de onderstaande stripvorm. (Deze strips hebben mij geholpen bij het schrijven van dit verhaal. Zo kwamen de herinneringen van de reis weer naar boven).
Atacames, tropisch paradijs met veel caipirinhas
Gelukkig heb je op een reis ook veel idyllische momenten zoals op het tropische strand van Atacames. Sliep eerst een nacht in een hotel met airconditioning die zo veel lawaai maakte dat ik geen oog dicht kreeg. Daarna een nachtje op het strand in mijn beroemde tentje dat de rebellen had getrotseerd. En toen heel luxueus in een huisje op palen in een kokosnotenbos.
Lekkere vis een salades eten op het strand en in de late avond naar een bar caipirinhas drinken. Wakker worden met een lichte kater. Wegspoelen met het sap van de kokosnoot die ik s’nachts al had geplukt en naast mijn bed had gelegd. Dan een duik in de warme zee. Tegenwoordig staan er hoge hotels aan het strand. Het tropische paradijs van toen is nu slechts een vervlogen herinnering.
‘mijn’ huis op palen met kokosnotenboom in Atacames (15×10 op papier – tj-1982)
San Lorenzo, rumoer, hoeren en houthakkers
Van Atacames naar Esmeralda. Ik herinner me dat ik daar een grote zwarte man zag die met twee grote blokken ijs op zijn schouders naar een vrachtauto liep en dat swingend deed op luide Salsa muziek. Van Esmeralda verder naar het noorden van Ecuador, door de mangrove bossen. Met een snelle boot door de bossen gevaren naar San Lorenzo, een heel raar dorp aan zee met houten huizen, de hele nacht rumoer, hoeren en houthakkers. Sliep er s’nachts wel iemand in dit dorp? Vervolgens met een ’trein’, een soort hobbelpaard-bus op een treinstel, met naast mij een zieke vrouw, naar Ibarra door een vochtig oerwoud. De trein steigerde en schokte heen en weer als een schip in de storm.
Van Ibarro meteen door naar de beroemde marktplaats Otovalo waar ik regelmatig vanuit Quito naar toe ging voor een muziek en mensen die ik had leren kennen. Meer informatie over Ecuador vind je op deze mooie website
Geldwisselaars als honden om een (magere) bot
Mijn bus rijdt hoog over de Andes en daalt af naar de warme kust. Ik zie cacaobomen, caña velden en bananen in plastic zakken hangend in bomen. Vrachtauto’s met bananen in dozen. Op een rotonde uit de bus gestapt. Later in oud kreng naar de grens. Drie keer rennend naar en door een militaire controle. In Huaquillas meteen geldwisselaars om me heen als honden om een (magere) bot. Geld gewisseld, maar toch weer een beetje besodemieterd. Even pipa genomen. ‘Cocaïnehandelaar’ van me afgeschud. Ontzettend druk, chaos, in de straat naar de grens. Veel kraampjes langs de weg met koopwaar. Mensen met volle tassen.
Huaquillas, een chaotische grensovergang naar Peru
De grens met Peru is een droge rivier. Snelle afwikkeling van de formaliteiten. Mannen duwen karren volgeladen met goederen over de brug. Het lijkt me totaal oncontroleerbaar. Smokkel gebeurt gewoon onder het oog van de heren ambtenaren. Hier gaat alles razendsnel. In zo’n grensplaats wil je niet overnachten. Teveel louche figuren, daarom wil je of móet je in zo’n hoog mogelijk tempo je reis vervolgen. De grens over naar Peru, weg uit deze chaos. Dikke kerels (bleken later buschauffeurs te zijn) met een collectivootje (kleine bus) naar Tumbes gereden. Onderweg langdurende controles van ons busje. Het zit vol met vrouwen die in Ecuador inkopen hebben gedaan. Een oudere man met een aantal dozen Galletas is steeds het mikpunt van de controle. Hadden ze dat doorgebeld?
Drie meiden kloppen op mijn hotelkamerdeur
De bus gepakt naar Piura. De ondergaande zon is vuurrood en in het vroege donker rijden we door welvarende plaatsen, langs boortorens en olieraffinaderijen. Voelt echt aan alles om me heen dat ik in een heel ander land ben aangekomen. Ook het geld maakt me van slag. Als je maanden gewend bent om in tientallen te denken en opeens in duizenden dan is dat verwarrend. Na een lange busrit aangekomen in Piura. Groot welkom in duur restaurant. Geslapen in vreemd pension. Drie meiden kloppend op mijn deur niet wetende dat ik niet open zou doen. Gestuurd door de baas om wat bij te verdienen?
Kinderen met een emmertje limonade: ‘un gaseosito gringito‘?
In Cajamarca heeft de meedogenloze Spaanse veroveraar Francisco Pizarro de laatste Inca koning Atahualpa ten val gebracht. De wapens van de Inca’s zijn niet opgewassen tegen de geweren van de Spanjaarden. Op de Plaza de Armas zit ik te tekenen met jonge schoenpoetsertjes op m’n lip.
Oude, vervelende, half huilende mensen bedelen om geld. Gelukkig trekt het passerende leger zoveel aandacht dat ik even alleen gelaten wordt. Wat een verschil met Colombia en Ecuador, daar werd nooit gebedeld.
Hierboven de tekening van het stenen altaar dat bekend staat als de ‘Silla del Inca‘ (zetel van de inca). Op de top van de heuvel bij het altaar staan kinderen met een emmertje gaseosas. Ze roepen ‘un gaseosito gringito‘.….
Het is rond Cajamarca ontzettend groen. Ezeltjes lopen op weg naar de Baños del Inca. Vrouwen met emmers melk, zij groeten mij met ‘buenos tardes gringito‘. Je wordt overal gezien, dat is het leuke van “het zijn van gringo”.
Naar Trujillo, naast een beroemde tv-presentatrice
In de bus zit ik te lezen en de jonge vrouw naast mij ook. We raken pas aan het eind van de busrit in gesprek. Zij is journalist en nieuwslezeres van de tv. Ze nodigt me uit om bij haar te komen eten. Maar helaas in de hectiek bij het uitstappen in Trujillo hebben we elkaar verloren. Gelukkig komen we elkaar later die week weer tegen.
Ondertussen ging ik naar Huanchaco en Chan Chan. In Huanchaco vind je de bootjes van riet door touwen bij elkaar gebonden. Uit het strak bijeengebonden bos riet is een stuk uitgesneden voor de zit- of staanplaats voor de visser. Er staan weer veel mensen om me heen als ik zit te tekenen. Veel buitenlanders hebben ze daar nog niet gezien, laat staan eentje die hun bootjes, de caballitos de totora, tekent. Weer leuk dat er altijd en overal leuke meiden zijn om mee te praten over hun werk, de toekomst. Iedereen droomt van de toekomst, dat het beter gaat, perspectief!
Daarna naar Chan Chan (betekent Zon Zon), ooit de grootste stad van klei in de wereld; de hoofdstad van het rijk van de Chimú. Daar stonden negen paleizen. Ieder paleis werd gebouwd voor één heerser en bevatte een ceremonieel gedeelte, een leefgedeelte en een begraafplaats. Met het sterven van de heerser werden zijn 90 vrouwen samen met hem begraven en veranderde zijn paleis in een mausoleum.
Wat een luxe na maanden reizen: taart met aardbeien, slagroom én een verrassing….
Van de trip naar Chan Chan weer terug in het elegante koloniale Trujillo waar het prettig is om te zijn. Het leven is hier veel luxer dan in Ecuador. Taart met slagroom en aardbeien en lekker eten. Tot mijn verbazing staat de TV-ster in de taartenwinkel. Afspraak gemaakt voor de volgende dag. Ze woonde nog bij haar ouders in een mooi vrijstaand, hogere middenklasse huis.
Opvallend dat zij mij uitnodigde in haar kamer, een blijk van vertrouwen in mij, maar ook van een moderne familiecultuur. We hadden een lang gesprek over haar tv-werk, over de liefde, ze was al verloofd, dat je daar niet zomaar vanaf kan (haha) en dat ik vond dat zij eerst maar eens in Europa moest gaan reizen.
Een boeiend gesprek, maar het leven van de backpacker gaat niet altijd over rozen, meestal over gevaarlijke wegen, lange busreizen en zorgen dat je bij het stoppen razendsnel een wc vindt. En zorgen dat jouw rugzak niet ‘per ongeluk’ van het dak wordt gehaald en de bus na wc-bezoek niet is vertrokken….
Backpacken in Zuid-Amerika is tempo maken
Helaas weg uit Trujillo naar de volgende stop: Chimbote. Ik weet niet veel meer van deze stad. Wikipedia schrijft: The city is located on the coast in Chimbote Bay, 130 km south of Trujillo and 420 kilometers north of Lima on the North Pan-American highway. It is the start of a chain of important cities on the Peruvian north coast like Trujillo, Chiclayo and Piura. Tja, wat weet ik nog wel van Chimbote? ’s Avonds aangekomen met de bus. Geen hostal te bekennen. Vraag aan een paar jongens of zij iets weten. Ja, kom maar mee.
Een hostal? Geen voordeur, totaal verlaten, geen water, geen plee, vieze matrassen, grote kakkerlakken, gaten in de muur, heb geslapen met één oog open, in de waakstand.
Voordeel van zo’n nachtje is dat het niets kost en dat je zo snel mogelijk weer verder gaat.
Op weg naar Lucy in the Sky
Verder via de spectaculaire en gevaarlijke noordelijke route Cañon del Pato naar Huaraz. Vanuit het gure Chimbote door de cañon, langs de hydro elektriciteitscentrale in Huallanca, rijdt de bus door ‘een gang’ in de bergen. Een paar meter boven de kolkende grijze rivier. Door tunnels waar eens een trein reed naar de Callejón Huaylas. Verder naar Carás, door Yungay naar Huaraz. Allemaal plaatsen die geheel of gedeeltelijk zijn vernietigd in de verschrikkelijke aardbeving van 1970.
Een tragedie waar je nog nauwelijks iets van terugziet of van voelt. Hoewel? De moeder van Lucia is toen ook omgekomen. Want ja, daar was toen opeens Lucia in het archeologisch museum van Huaraz. De Lucy in the Sky van de Andes, maar dan Without Diamonds. Klik hier na het lezen van dit verhaal over mijn ontmoeting met Lucia, Lucy in the Sky without diamonds.
Backpacken in Zuid-Amerika, witte kool met aji
Wandeling gemaakt in de bergen van Huaraz. Onderweg overal kinderen aan het werken en spelen. Smalle paadjes langs smalle snelstromende ‘riviertjes’ met smeltwater uit de gletsjers.
Verbazingwekkend hoge planten (Puyas) als kunstwerken op de hellingen. Een meisje maakt aji op een steen. Daarnaast staat een pan op een vuurtje met witte kool in het kokende water.
Gringito heb je plata?
Tijdens mijn tocht zie ik jongetjes vissen op forel. Families hebben kleine stukjes afgebakende grond. ‘Gringo, gringito’ wordt overal naar me geroepen, ‘Waar kom je vandaan? Gringito?’ Dat altijd wordt gevolgd met ‘heb je plata (geld) voor me’? Bedelen daar zijn ze goed in. Maar je kan ook met ze praten als je ze geen geld geeft. In Colombia as of hoog in de bergen in Peru, iedereen is nieuwsgierig. Ze vragen ‘waar is je vrouw’ en ‘hoeveel kinderen heb je’? Familie is het belangrijkste wat er is. Als ik zit te tekenen, schrijft een van de jongetjes de namen van de bergen op mijn tekening, de Llaca en de Cojup. Op school leren ze naast Castillano (Spaans) ook Quetchua (de taal van de inheemse bevolking).
Bij het afdalen naar Huaraz word ik uitgenodigd door een jonge familie om wat te eten. Ik krijg een geblancheerd koolblad met daarop aji. Heerlijk, ik word daar warm van want het is best fris zo hoog in de bergen. Aji is een oranje/rode saus van chili pepers, veel gebruikt in de Peruviaanse keuken.
Mijn fototoestel was kapot. Daarom hierbij een link naar prachtige foto’s van de omgeving van Huaraz en nog meer foto’s van de fotograaf Jonas Pischke.
LEES voor de laatste belevenissen van mijn reis het verhaal over Lucia, een verhaal dat ik in Lima schreef als afronding van mijn reis ‘Backpacken in Zuid-Amerika’.
Lucy in the Sky Without Diamonds, mijn laatste verhaal uit Zuid-Amerika
Wie wonen er in Latijns Amerika?
Dat zijn de oorspronkelijke, inheemse volken met een grote diversiteit. Alleen al in het Andes gebied zijn er zo’n vijftig verschillende volken. Als je reist door Ecuador ontmoet je een grote diversiteit aan volken, ieder met een eigen klederdracht, andere fysieke kenmerken, eigen cultuur. De gezichten zien er anders uit en wat het meest opvalt is dat ze vaak andere hoedjes dragen. Zoals in Salaska een volk in het midden van Ecuador. Zie het voorbeeld hieronder.
Salasaka, TUNGURAHUA.- Salasaka se encuentra en la provincia de Tungurahua en el centro de Ecuador, a mitad de camino entre Ambato y Baños. Los salasakas hablan español y quichua. Sus principales actividades económicas son la agricultura, la ganadería y sus artesanías.
De Spanjaarden en Portugezen dwongen eerst de nativos, de inheemse volken, om goud en zilver uit de mijnen te delven en om op de plantages te werken. Daarna werden slaafgemaakten uit Afrika gedwongen om in de mijnen en op de plantages te werken. Mensen van Afrikaanse afkomst wonen vooral langs de kusten. In veel landen bestaat de bovenlaag uit immigranten, vooral Spanjaarden, Portugezen en Italianen. Verder mestizos, inwoners met zowel Europese als inheemse (voor)ouders. In havensteden, zoals Caracas, kom je immigranten uit Libanon tegen, vooral handelaren en ook mensen uit Korea en China. De oorspronkelijke bewoners zijn overal minderheden, behalve de Maya’s in Guatemala.
Native Americans of Indians?
Als een der grootste ‘massamoorden’ uit de geschiedenis geldt de massale sterfte (tientallen miljoenen) onder de inheemse bewoners van Amerika (Native Americans) vanaf de 16e eeuw. De sterfte was voor het overgrote deel niet het gevolg van doelbewuste uitroeiing maar van ziekten, zoals griep, waartegen de inheemse bewoners geen weerstand hadden. Bron Amnesty International.
Hoewel … door de hebzucht naar goud en zilver van de Spanjaarden zijn vele tienduizenden inwoners op brute wijze vermoord! Columbus had bij zijn eerste reis als stukjes goud en zilver aan boord. Elke keer bij de ontdekking van land plaatste hij meteen een kruis. Daarna dwong hij de bewoners met de stukjes goud en zilver voor ogen om de weg te wijzen waar zich goed en zilver bevond.
In plaats van Native Americans noemen de 574 federaal erkende volkeren en natiestammen in de VS zich wel liever ‘Indians’.
#Ecuador #Otovalo #Quito #backpacken #Zuid-Amerika #Huaraz #Amazone #Atacamas #Colombia #Andes #Lucia #Columbus
weer een bijzonder prachtig verhaal van je gelezen. wat heb je veel aparte dingen beleefd, gegeten en gezien onderweg. Ga zeker verder lezen als je weer iets schrijft.