Waardecreatie: wie profiteert?
Mooie, uitdagende architectuur kan een grote aantrekkingskracht hebben op mensen met creatieve beroepen. Zo lang de actieve bewoners ook eigenaar zijn van hun woning levert waardecreatie vooral voordeel voor henzelf op. Nadeel is dat nieuwkomers een (te) hoge prijs moeten betalen.
Maar je ziet ook het omgekeerde gebeuren. Een wijk die het niet zo goed doet, kan door de komst van creatieven opbloeien. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat het beter gaat met een wijk als er creatieven (gaan) wonen. Want zij nemen vaak initiatieven om hun buurt aantrekkelijker te maken. Door iets leuks op straat te doen, gaan mensen met elkaar communiceren en dit kan dan de aanleiding zijn voor anderen om ook iets te doen.
De inspanningen van creatieven zie je ook terug in de bestaande wijken van onze grote steden. Wijken gaan bloeien door de grote instroom van jonge bewoners, de creatieven en stadmakers die allerlei initiatieven nemen, sociale ondernemingen starten en publieke ontmoetingsruimtes creëren. Na een tijdje wordt zo’n wijk hip en neemt de interesse van de vastgoedsector toe. De prijzen van huren en woningen stijgen. Maar dit proces van gentrificatie is vooral in het voordeel van banken, gemeente en vastgoedsector. (1)
Gecreëerde waarde verdwijnt in de verkeerde zakken
Creatieven en stadmakers creëren waarde in buurten van steden. Dit levert mooie projecten op, contacten, leefbaarheid, experimenten, je leert organiseren, etc. Maar de energie die zij in buurten steken, kan ook nadelig uitpakken. Omdat een buurt leefbaarder en aantrekkelijker is geworden, stijgen de huren en de prijzen van woningen. De maatschappelijke waarde die zij met hun initiatieven hebben gecreëerd, verdwijnt in de zakken van banken en de verhuurders en verkopers van woningen. Ook de gemeente profiteert want ontvangt een hogere WOZ-waarde.
De creëerde waarde wordt in feite niet eerlijk verdeeld. Zijn de mensen die het meeste energie en waarde hebben gestopt in een wijk uiteindelijk de verliezers? Of geeft het voldoening dat ze in ieder geval een leuke tijd hebben gehad? Je bent een verliezer als na verloop van tijd de huurprijs te hoog wordt voor je inkomen.
Dit is geen oproep aan de stadmakers om dan maar te stoppen met het nemen van initiatieven. Wel wordt het tijd om na te denken over wie nou eigenlijk zou moeten profiteren van de maatschappelijke waardecreatie. En vooral hoe we dat kunnen doen.
Waardecreatie: voorbeelden in wijken
‘Yuppenparadijs: hip en hoogopgeleid neemt Amsterdam over’
Zo luidde Het Parool de alarmbel op 15 februari 2015. Uit het artikel komen de volgende stukken tekst:
De Van der Pekbuurt is één van die frontlinies van de zogenoemde gentrificatie, het proces van opwaardering dat zich vanaf de jaren zeventig vanuit de ooit verloederde Jordaan verspreidt over heel Amsterdam. Oude, sleetse buurten worden herontdekt, opgeknapt en ingenomen door nieuwe bewoners.
Hoogleraar sociologie Jan Rath van de Universiteit van Amsterdam: ‘Het gaat in veel opzichten ontzettend goed met Amsterdam. Het is een populaire stad met veel bedrijvigheid. Daardoor is de druk op de stad gigantisch.’
Die voorspoed is natuurlijk een goede zaak, benadrukt Rath, maar het succes heeft een keerzijde. ‘Het gemeentebestuur en de woningcorporaties zijn erop gericht de ‘betere’ mensen in de stad te faciliteren: de bewoners met een hogere opleiding, een hoger inkomen, een hogere WOZ-waarde en een smaak die overeenkomt met de smaak van de beslissers. Het is een ontwikkeling waar de mensen die niet hip, cool en hoogopgeleid zijn niet of nauwelijks van profiteren.’
Die laatste groep komt in toenemende mate in de knel, waarschuwt Rath, want ‘…. een stad heeft ook rafelwijken nodig. Wijken met een goedkope supermarkt en een goedkope drogist in plaats van alweer een taartenarchitect en een mineraalwaterspecialist.’
De keuze om de creatieve klasse ruim baan te geven, leidt volgens de socioloog ironisch genoeg op termijn tot een stad waar steeds minder ruimte is voor creativiteit. ‘Veel creatieven zijn vooral ambachtelijk bezig.
Zij huren een pand dat als gevolg van hun activiteiten enorm in waarde zal vermeerderen. Niet zij profiteren daarvan, maar de eigenaren van de panden.
De hipsters effenen het pad voor de miljonairs. Want die eigenaren zullen niet nalaten de huren te laten meegroeien met de populariteit van de buurt. Die wordt op den duur juist minder toegankelijk, ook voor de nieuwe creatievelingen.’
Het gevolg van die ontwikkeling is dat de succeslozen, zoals Rath ze omschrijft, langzaam maar zeker uit de stad worden verdreven. ‘Het is een beladen term geworden, maar de bestuurders bedrijven wel degelijk bevolkingspolitiek in de stad. Het heet officieel een zoektocht naar de juiste sociale mix in de wijk, maar het komt er per saldo vooral op neer dat het aantal woningen voor de mensen met de laagste inkomens steeds verder wordt verkleind. Die mensen worden in de komende jaren steeds verder in de richting van de uitgang gedreven, naar een goedkope woning in Purmerend of Almere.’
LEES het hele artikel in Het Parool.
BouwRai Filmwijk Almere
Hieronder een voorbeeld van een wijk waar de kwaliteit van de architectuur vanaf het begin creatieven heeft aangetrokken. Kan in Amsterdam waardecreatie in wijken leiden tot meer ongelijkheid, in de BouwRai Filmwijk in Almere ligt dat toch wat anders.
In 1992 werd de Filmwijk geopend, een zogenaamde BouwRai-wijk. Het was een ontdekkingsreis naar toekomstige woningbouw. Architecten zochten naar flexibiliteit en de mogelijkheid om hun ontwerpen te laten meegroeien met toekomstige maatschappelijke veranderingen. Dit was terug te zien in de indeling van de woningen. De Filmwijk kreeg internationale aandacht vooral van bezoekers uit Japan.
De wijk is gebouwd door architecten van naam, zoals Aldo van Eyck, Herman Hertzberger, Liesbeth van der Pol, Frits van Dongen, Sjoerd Soeters, Mecanoo en Benthem & Crouwel.
In de Filmwijk wonen veel creatieve mensen. Wie weet is er een relatie met de grensverleggende architectuur van die tijd. Voer voor architectuurpsychologen, tenminste als die bestaan.
Een bewoner schrijft vele jaren later over de zomer van 1992 het volgende:
Trots als we waren op ons nieuwe huis in de Filmwijk organiseerden mijn vrouw en ik in de zinderende nazomer van 1992 een groot feest. Een parade van creatieve én podiumkunsten. Passend bij al die unieke, fleurige en originele huizen van de BouwRai in dat jaar. Alle bewoners van ons huizenblok en vrienden en familie uit heel Nederland werden uitgenodigd. Het werd een feest dat tot in de nachtelijke uurtjes duurde.
Creatieve ‘doe het zelvers’
Bewoners van de Filmwijk zijn creatieve doe het zelvers op het gebied van kunst en cultuur. Er wordt heel wat afgeschilderd, niet alleen de huizen maar ook op schildersdoek, muziek gespeeld, geschreven en gezongen.
Sinds het begin van de wijk bestaat de Filmwijkkrant. Al 23 jaar schrijft een wisselend team van schrijvers/journalisten de krant die vier keer per jaar huis-aan-huis wordt verspreid in de Filmwijk. De schrijvers en de bezorgers zijn vrijwilligers uit de wijk. De krant heeft een professionele uiterlijk en staat vol met verhalen, nieuws, foto’s en vaste rubrieken. Een actueel thema is de ontwikkeling van de Floriade.
Een andere activiteit is het jaarlijks terugkerende Schrijversfestival. In november 2015 komen Redmond O’Hanlon, Nelleke Noordervliet, Ronald Giphart, Jan Terlouw, Wim Daniëls, Bert en Hannah Wagendorp en Artur Japin naar de Filmwijk. De schrijvers nemen plaats aan de keukentafel in evenzoveel woningen. Informatie over deze editie van het festival is terug te vinden op www.schrijversblock.nl.
Herman Brusselmans slaakte een diepe zucht nadat de derde sessie van het Schrijversblock, in een woning aan de Hollywoodlaan, er op zat.
“Pfff, dat is hard werken. Je verzorgt in feite in één keer drie optredens. Ik ben doodmoe. Maar dit is wel leuk om te doen”,
aldus de Gentenaar, die even daarvoor ruim een uur uit eigen werk had voorgedragen en vragen van belangstellenden beantwoord.
Metropoolregio Amsterdam: er staat veel op het spel
Amsterdam moet de komende 20 jaar 240.000 nieuwe woningen bouwen. Dit is bijna een niet voor te stellen opgave. De druk op Amsterdam neemt in de komende jaren geweldig toe. Dit heeft ook gevolgen voor de metropoolregio Amsterdam en dus ook voor de omliggende gemeenten. Naast de enorme bouwopgave worden ook de eisen op het gebied van energie, water(opvang), technologie, voedselvoorziening, transport en mobiliteit alsmaar hoger. Integrale gebiedsontwikkeling zal voor passende, duurzame en leefbare oplossingen voor die uitdagingen moeten zorgen.
Een van de vragen is hoe we aantrekkelijke en ecologisch efficiënte woon- en werkgebieden met een mix aan functies kunnen ontwikkelen die bovendien in staat zijn om mee te veranderen. Hoe vergroten we de veerkracht van de stedelijke gebieden en wat is daarvoor nodig? Almere heeft ‘een probleem’ omdat de stad is gebaseerd op extreme functiescheiding terwijl de moderne stad juist vraagt om functiemenging. Maar misschien willen Almeerders het liefst alles bij het ‘oude’ laten. De vraag is echter of Almeerders in de toekomst voldoende in staat zijn om te kunnen participeren in de steeds complexer wordende samenleving. Want je werk en je netwerk is steeds meer in de nabije omgeving waar je woont. De architectuur in Amsterdam past zich aan de nieuwe eisen, zoals bijvoorbeeld het gebouw West Beat (zie foto hierboven). In de ‘oude’ opvatting over wonen zijn gebouwen alleen voor de mensen die er wonen en hebben andere buurtbewoners er niets te zoeken.
waardecreatie is dat een gebouw niet alleen voor wonen is, maar ook een plek voor ontmoeting en verbinding
Nieuwe gebouwen hebben in de plint publiek toegankelijke ruimtes waardoor het gebouw iets toevoegt aan de omgeving. In nieuw te bouwen Sluisbuurt moeten projectontwikkelaars de plinten gedurende 10 jaar verhuren voor een betaalbare prijs. Dan kunnen sociale ondernemingen en publieke organisaties starten zodat er een leefbaar stadsdeel ontstaat.
De nieuwe stadsarchitectuur creëert gebouwen met waarde voor de hele buurt.
(1) er is een groot tekort aan studentenwoningen en huurwoningen met een prijs tussen de 600 en 1000 euro. Deskundigen spreken over een nieuwe woningnood in Amsterdam. Elke maand komen er 1000 nieuwe bewoners bij. Omdat er te weinig woningen zijn gebouwd is sprake van groeiende concurrentie op de woningmarkt. Hierdoor stijgen de huurprijzen snel (dit is ook een gevolg van het regeringsbeleid). Mensen met lage inkomens kunnen de hogere huren niet betalen en worden als het ware verbannen naar wijken buiten de ring. Het aantal te bouwen woningen wordt geschat op 240.000.